Nederlanders sceptisch over politici, maar dat was in 1975 niet anders
Burgerperspectieven 2018|4: het SCP besteedt hierin aandacht aan de stemming in Nederland en opvattingen over politieke en maatschappelijke kwesties.
Dit kwartaal is er extra aandacht voor de publieke opinie over flexibilisering van de samenleving.
Burgerperspectieven 2018|4
- De stemming blijft positief, maar minder enthousiast dan begin 2018.
- Maatschappelijke optimisten kijken naar de economie, pessimisten naar heel andere dingen.
- Graag meer overheidsuitgaven maar niet meer belastingen.
- Sceptisch over politici maar zeker niet steeds negatiever.
Thema: Naar een flexibele samenleving?
- De ontwikkeling naar een flexibele samenleving is positief, maar flexibliteit kan ook een valkuil zijn.
- Meer mensen zien ‘combinatiedruk’.
- Omgaan met flexibiliteit en drukte is vooral ieders eigen verantwoordelijkheid.
Dit zijn de belangrijkste uitkomsten van het vierde kwartaalbericht van 2018 over het Continu Onderzoek Burgerperspectieven (COB).
De stemming over Nederland blijft positief, maar minder dan aan het begin van het jaar
De verwachtingen voor de eigen financiële positie en de Nederlandse economie zijn dit kwartaal gedaald ten opzichte van het vorige kwartaal, respectievelijk van 89% naar 84% en van 86% naar 78%. Begin 2018 waren er plotseling meer mensen die het de goede kant op vonden gaan met Nederland dan mensen die het de verkeerde kant op vonden gaan. Evenals vorig kwartaal zijn er nu weer meer pessimisten (48%) dan optimisten (42%), maar voor 2018 was die laatste groep vaak veel kleiner.
De grootste verschillen in maatschappelijk optimisme bestaan tussen electorale groepen. Van de mensen die nu PVV zouden stemmen ziet 73% het meer de verkeerde kant opgaan met Nederland en 19% meer de goede kant op, bij de FvD-stemmers is dat 69% en 26%. Van de VVD- en D66-stemmers ziet 75% en 73% het meer de goede kant op gaan en 20% en 19% meer de verkeerde kant op.
Maatschappelijk optimisten kijken naar de economie, pessimisten naar heel andere dingen
Mensen die het de goede kant op vinden gaan met Nederland, wijzen vooral op de goede economische prestaties en vooruitzichten, zien ons land het beter doen dan andere landen en denken dat we meer aandacht krijgen voor wat ‘echt belangrijk’ is (milieu, immateriële zaken). Mensen die het meer de verkeerde kant op vinden gaan, geven daarvoor vaker en uitgebreider redenen dan optimisten. Zij vinden onder andere dat er te weinig voor Nederlanders en te veel voor anderen wordt gedaan, dat de Nederlandse eigenheid wordt bedreigd, de tolerantie en verbondenheid verloren gaan, de overheid tekortschiet en de politiek niet deugt. Twee toelichtingen uit de enquête:
De economie gaat beter, er is meer werkgelegenheid, de koopkracht stijgt, dus Nederland gaat de goede kant op.
Wat mij echt zorgen baart is de verharding in onze samenleving. De tolerantie naar je medelanders. Je buren, stadsgenoten, en iedereen die anders denkt dan jij. Ik weet niet precies wat de oorzaak is … en heb nog minder een oplossing, maar het voelt niet goed.
Sceptisch over politici maar zeker niet steeds negatiever
De stelling dat politici onbehoorlijk met elkaar omgaan krijgt dit kwartaal meer steun (48%) dan vorig kwartaal (38%), mogelijk door aanvaringen tussen politici tijdens de Algemene beschouwingen in september. Opvattingen over politici en het politieke bedrijf zijn de afgelopen elf jaar van dit onderzoek betrekkelijk stabiel sceptisch. Het idee bestaat dat Nederlanders nu veel negatiever zijn over de politiek zijn dan in de jaren zeventig. Afgaande op de instemming met de volgende drie negatieve stellingen over nationale politici is dat niet zo.
Graag meer overheidsuitgaven maar niet meer belastingen
De meeste mensen (77%) willen de overheid graag meer geld laten uitgeven aan verbetering van het onderwijs en de zorg en ook aan de bestrijding van armoede in Nederland. Er is echter heel weinig steun (13%) voor meer belastingheffing om de publieke dienstverlening op peil te houden.
Thema: Naar een flexibele samenleving?
In dit kwartaalbericht onderzoeken we hoe Nederlanders denken over de ontwikkelingen naar een meer ‘flexibele samenleving’, dat wil zeggen een samenleving waar mensen vaker zelf kunnen bepalen waar en wanneer ze werken, waar winkels langer open zijn en waar consumenten gemakkelijk te allen tijde wat kunnen bestellen of laten bezorgen.
De ontwikkeling naar een flexibele samenleving is positief, maar flexibiliteit kan ook een valkuil zijn
Mensen zien de samenleving verschuiven van een samenleving met een tamelijk vast ritme naar een tamelijk flexibele samenleving. Dat is voor een grote meerderheid van de Nederlanders een ontwikkeling in de gewenste richting. Weinigen zouden terug willen naar de situatie van vijftien jaar geleden. Mensen zijn gewend aan hun nieuwe verworvenheden, vooral als consument, en zien veel voordelen van flexibele werk- en openingstijden. Men verwacht dat het ritme in de toekomst nog flexibeler wordt, maar dat hoeft voor een grote groep niet. Een flexibele samenleving heeft namelijk ook nadelen, zoals het gevaar dat mensen langs elkaar heen leven en een gebrek aan ingebouwde rustmomenten.
Aandeel dat ziet dat het moeilijk is om zorg en werk te combineren is gestegen
63% voelt zichzelf zo nu en dan gejaagd in het dagelijks leven, 17% voelt zich vaak gejaagd. Gevoelens van gejaagdheid zijn de afgelopen tien jaar niet schrikbarend toegenomen. Wel zien Nederlanders in vergelijking met 2010 vaker ‘combinatiedruk’: 62% ziet dat meer mensen moeite hebben hun dagelijkse activiteiten (zoals zorg en werk) te combineren. In 2010 was dat 54%. Er lijkt ook meer begrip te zijn voor drukte. Het aandeel dat vindt dat mensen die druk zijn niet kunnen kiezen, daalde tussen 2010 en 2018 van 36% naar 23%.
Omgaan met flexibiliteit en drukte vooral ieders eigen verantwoordelijkheid
Omgaan met de flexibele samenleving en drukte is niet zozeer een maatschappelijk probleem, zo vindt men, maar vooral ieders eigen verantwoordelijkheid. Mensen herkennen dat de flexibele samenleving hoge eisen stelt en zien de maatschappij als behoorlijk druk, maar vinden het uiteindelijk toch vooral ieders eigen verantwoordelijkheid om goed om te gaan met de uitdagingen die onze tijd met zich meebrengt. Je moet zelf de juiste keuzes maken, rust nemen, je tijdig afsluiten van sociale media en je grenzen bewaken. Sommige mensen kunnen dat beter dan anderen.
Het SCP doet sinds 2008 het COB voor het kabinet op verzoek van de Voorlichtingsraad. De enquête is dit kwartaal gehouden tussen 1 oktober en 12 november. Op 11 en 15 oktober vonden focusgroepen plaats. In de kwartaalberichten komt ook ander opinieonderzoek aan bod. Dit kwartaal zijn de onderzoekers Paul Dekker, Josje den Ridder, Patricia van Echtelt en Pepijn van Houwelingen.
Meer informatie
Heeft u vragen of wilt u meer informatie over deze publicatie? Dan kunt u contact opnemen met Paul Dekker, telefoon 06 24 89 25 76 of via e-mail: p.dekker@scp.nl of met Josje den Ridder, telefoon 06 15 24 68 48 of via e-mail: j.den.ridder@scp.nl.
Voor interviewaanvragen of overige vragen kunt u contact opnemen met Stasja Cornelissen, telefoon 06 15 30 82 50 of via e-mail: pers@scp.nl.