Verschenen: Onder de pannen zonder gas?
Woningeigenaren leggen zich grotendeels neer bij aardgasvrij wonen, maar voelen om allerlei redenen (nog) niet de behoefte om zelf tot actie over te gaan.
In het rapport Onder de pannen zonder gas? Woningeigenaren en hun afwegingen voor aardgasvrije alternatieven verkent het SCP hoe woningeigenaren de aanstaande omslag naar aardgasvrij wonen ervaren.
Enkele conclusies zijn:
- Het draagvlak voor aardgasvrij wonen lijkt beperkt te zijn: men legt zich grotendeels neer bij het kabinetsbesluit, maar vanwege verwachtingen over voortschrijdende techniek, zorgen over betaalbaarheid en effectiviteit van maatregelen en onzekerheid over beleid toont men weinig bereidheid daar zelf iets voor te doen. Een groot deel van de gespreksdeelnemers neemt hierdoor een afwachtende houding aan.
- Er zijn zorgen over de betaalbaarheid van alternatieven voor aardgas; deze zijn gerelateerd aan zorgen over de effectiviteit van alternatieve warmtebronnen, het verlies aan controle en onzekerheid over toekomstige ontwikkelingen.
- Er is een brede behoefte aan transparantie en duidelijkheid over beleid, mogelijke alternatieven voor aardgas en over het proces.
- Men spreekt uit controle te willen behouden over zijn/haar eigen situatie. Tegelijkertijd zien velen wel iets in een collectieve aanpak, waarbij kennis, kunde en kosten kunnen worden gedeeld.
Voor het kwalitatieve onderzoek werden focusgroepen georganiseerd met 32 woningeigenaren in stedelijke regio’s in Nederland; een deel daarvan is woonachtig in de zogenaamde ‘proeftuinen aardgasvrij’.
Aandacht werd besteed aan drie centrale vragen: Hoe staan woningeigenaren tegenover het kabinetsbesluit om aardgas uit de gebouwde omgeving te bannen? Hoe ervaart men deze transitie tot dusver? Hoe kijkt men aan tegen een aardgasvrije toekomst?
Doel van de studie
In het kader van het klimaatbeleid heeft het kabinet besloten om de bebouwde omgeving aardgasvrij te maken. Het doel van dit onderzoek was het verkennen hoe deze transitie naar aardgasvrije woningen en wijken wordt ervaren door woningeigenaren.
De kennis, houdingen en ervaringen van woningeigenaren omtrent de transitie naar aardgasvrij wonen is onderzocht door middel van focusgroepen. Daarbij is gevraagd naar opvattingen over het kabinetsbesluit om de bebouwde omgeving aardgasvrij te maken, wat men tot nu toe van de transitie naar aardgasvrij wonen heeft meegekregen en hoe men de transitie tot nu toe beleeft, welke verwachtingen men heeft van een aardgasvrije toekomst en tot slot welke rol men voor zichzelf in deze transitie weggelegd ziet.
Beperkt draagvlak voor de transitie naar aardgasvrij wonen
Het draagvlak voor aardgasvrij wonen lijkt beperkt te zijn: men legt zich neer bij het kabinetsbesluit, maar vanwege verwachtingen over voortschrijdende techniek, zorgen over betaalbaarheid en effectiviteit van maatregelen en onzekerheid over beleid zeggen slechts enkelingen daar zelf iets voor te willen doen.
Een groot deel van de gespreksdeelnemers neemt een afwachtende houding aan, onder meer vanwege de vele onzekerheden. Het is dus ook onzeker of de actieve opstelling die van woningeigenaren verwacht wordt om de aardgastransitie te realiseren ook daadwerkelijk wordt bereikt. Bereidheid van woningeigenaren om zich in te zetten voor het aardgasvrij maken van de eigen woning en de wijk is nodig. Men ziet het belang van de achterliggende doelen bij de beleidsrichting naar aardgasvrij wonen, maar is het lang niet altijd eens met de gemaakte keuzes over de maatregelen.
Ook is er enig wantrouwen dat de huidige plannen daadwerkelijk zullen worden doorgezet en beloftes en toezeggingen nagekomen zullen worden. Daarnaast leven er kritische vragen op het niveau van de woning en wijk. Door dergelijke onzekerheden is niet iedereen enthousiast om zelf meteen aan de slag gaan met verduurzaming van de woning. Enkele gespreksdeelnemers zijn daadwerkelijk bezig geweest met verduurzaming, vooral als er een concrete aanleiding toe is, bijvoorbeeld als de CV-ketel vervangen moet worden.
Wisselend kennisniveau, brede behoefte aan duidelijkheid en transparantie
Het beeld over kennis en ervaringen van woningeigenaren met de aardgastransitie is diffuus: sommigen zijn bovengemiddeld op de hoogte, anderen weten nog van niets. Ongeacht kennisniveau is er een behoefte aan transparantie en duidelijkheid over beleid (kosten, tijdpad) en alternatieven.
Men voelt zich (te) weinig betrokken bij de transitie
Het gevoel weinig betrokken te zijn gaat samen met een zekere gelatenheid. Het staat mogelijk de stap naar werkelijk participeren in de weg, en dat is problematisch wanneer er van burgers in de transitie veel wordt verwacht. Zolang woningeigenaren niet bekend zijn met concrete plannen (in voorbereiding) voor de wijk, kunnen ze ook niet tonen dat ze betrokken willen zijn. Er leeft onder woningeigenaren de behoefte om hun zorgen en vragen over de transitie al in een vroeg stadium te kunnen delen.
Betaalbaarheid is een zorg, maar hangt sterk samen met andere zorgen
Zorgen over de betaalbaarheid van alternatieven voor aardgas lijken met name gerelateerd aan zorgen over effectiviteit van alternatieve warmtebronnen, zorgen over het verlies aan controle en onzekerheid over toekomstige ontwikkelingen. Daarnaast leven er zorgen over een tweedeling in de samenleving en men stelt dat de kosten voor de transitie rechtvaardig moeten worden verdeeld.
Zowel autonomie als gezamenlijkheid zijn voor woningeigenaren belangrijk
Iedereen spreekt uit controle te willen behouden over zijn/haar eigen situatie. Tegelijkertijd zien velen wel iets in een collectieve aanpak, waarbij kennis, kunde en kosten kunnen worden gedeeld. Daarbij ziet men ook een belangrijke rol voor de overheid weggelegd om de aanpassing van het warmtesysteem als nutsvoorziening goed georganiseerd te laten verlopen.
Over deze publicatie
Voor dit onderzoek heeft het SCP focusgroepen met een diverse groep van woningeigenaren georganiseerd; in vier bijeenkomsten discussieerden in totaal 32 personen mee. Huurders zijn buiten beschouwing gelaten omdat deze veel minder dan woningeigenaren in staat zijn om zelf actie te ondernemen in het verduurzamen van de woning.
Het rapport is de eerste publicatie uit het programma Duurzame Samenleving op basis van een eigen verdiepende studie. Eerder verscheen in het kader van dit programma in samenwerking met het Planbureau voor de Leefomgeving en het Centraal Planbureau Verkenning Brede Welvaart 2018. Met deze studie ligt er een belangrijke aanzet in het kijken naar dit type veranderingen vanuit het burgerperspectief, in aanvulling op studies die de gastransitie benaderen vanuit technisch, financieel-economisch of bestuurskundig perspectief. Het SCP kiest hierbij geen positie, maar bekijkt wat voorgenomen beleid bij burgers teweeg brengt. De bevindingen zijn behulpzaam om meer in het algemeen de positie en het handelen van burgers in duurzaamheidstransities te begrijpen en te kijken naar de rol van burgers en overheid vanuit het perspectief van de burgers.
Meer informatie
Voor meer informatie over het onderzoek kunt u contact opnemen met pers@scp.nl.