Inzet op huishoudelijke hulp loont ter voorkoming van verpleeghuiszorg
Maatregelen om de zorgkosten in de hand te houden worden vaak gezocht in bezuinigingen bij de lichtere vormen van zorg en ondersteuning, zoals huishoudelijke hulp. Wanneer deze hulp wegvalt betekent dat echter dat een aanzienlijk deel van de hulpbehoevenden dan aangewezen is op duurdere vormen van zorg.
Voor de toekomst blijkt, mede vanuit het oogpunt van financiële houdbaarheid, juist het faciliteren van lichtere vormen van (publiek gefinancierde) zorg en ondersteuning in de thuissituatie essentieel om de zorg voor deze steeds groter wordende groep mensen met een gezondheidsbeperking te waarborgen.
Dat is een van de belangrijkste conclusies uit het SCP-onderzoek Wat als zorg wegvalt. Dit onderzoek bevat verschillende berekeningen waarbij op een cijfermatige manier wordt bekeken welke mogelijke alternatieven hulpbehoevenden hebben voor de zorg die zij ontvangen.
Daarbij wordt inzicht verkregen in welke zorg en ondersteuning nodig is om zelfstandig te kunnen blijven wonen.
In deze studie komen de volgende zorgvormen aan bod: zorg en ondersteuning van familie en het sociale netwerk, zelf betaalde hulp en publiek gefinancierde zorg vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015; huishoudelijke hulp, begeleiding), de Zorgverzekeringswet (Zvw; wijkverpleging) en de Wet langdurige zorg (Wlz; verpleeghuiszorg). Ongeveer 40% van de mensen met een gezondheidsbeperking ontvangt een of meerdere van deze vormen van zorg en ondersteuning.
Lichtere zorgvormen verminderen het gebruik van verpleeghuiszorg
Als huishoudelijke hulp vanuit de Wmo niet meer beschikbaar zou zijn, zouden er vermoedelijk 15.000 mensen extra op verpleeghuiszorg zijn aangewezen. Het faciliteren van huishoudelijke hulp verkleint echter niet alleen de noodzaak voor opname in een verpleeghuis, maar ook de noodzaak voor het gebruik van duurdere wijkverpleging. Deze wijkverpleging is voor 47.000 mensen die nu huishoudelijke hulp gebruiken het meest voor de hand liggende alternatief mocht die huishoudelijke hulp wegvallen.
De gevolgen voor verpleeghuiszorg van niet beschikbaar zijn van wijkverpleging zijn groter. In dat geval zouden bijna 55.000 mensen extra zijn aangewezen op verpleeghuiszorg. Deze mensen vormen een kwetsbare groep: ze zijn vaak 85-plus, voor een groot deel verweduwd en hebben ernstige lichamelijke beperkingen. Met een combinatie van verschillende vormen van formele en informele hulp kunnen zij nog net zelfstandig wonen, maar zij zitten tegen de grens van een verpleeghuisopname aan. Daarnaast blijkt dat een hoger psychisch welbevinden, bijvoorbeeld door meer in te zetten op welzijnsvoorzieningen, samengaat met een verminderde vraag naar begeleiding vanuit de Wmo.
Zonder huishoudelijke hulp neemt de groep zonder zorg in omvang toe
Het wegvallen van huishoudelijke hulp kan lang niet altijd worden opgevangen door informele of zelf betaalde hulp. Wanneer huishoudelijke hulp wegvalt, krijgt een fors deel van de mensen die dat treft vermoedelijk helemaal geen zorg en ondersteuning meer. Het aandeel mensen dat geen zorg en ondersteuning meer zou ontvangen bij het wegvallen van huishoudelijke hulp is 42% en bij wijkverpleging 27%.
Ook op dit moment ontvangt lang niet iedereen met gezondheidsbeperkingen zorg en ondersteuning: 60% van de mensen met gezondheidsbeperkingen ontvangt geen publiek gefinancierde, informele of zelf betaalde hulp. Redenen waarom deze mensen deze hulp niet inschakelen, zijn divers. Men weet de weg naar publiek gefinancierde hulp niet te vinden, er is geen mantelzorg beschikbaar of men kan zelf geen hulp betalen. Het kan ook zijn dat zij zoveel mogelijk onafhankelijk willen blijven of denken zich voldoende te kunnen redden zonder deze hulp. Deze mensen met gezondheidsproblemen die geen zorg ontvangen, vormen echter een groep die het risico loopt dat ze in de nabije toekomst het niet redden zonder zorg en ondersteuning . Hun aantal zal alleen maar toenemen wanneer het aanbod van zowel publiek gefinancierde zorg als van mantelzorg steeds verder onder druk komt te staan.
Mantelzorg is een belangrijke factor bij voorkomen van publiek gefinancierde zorg en ondersteuning
Het onderzoek toont aan dat de beschikbaarheid van mantelzorg voor mensen die daarnaast geen andere hulp ontvangen (40% van alle ontvangers van mantelzorg) een belangrijke factor is bij het voorkomen van publiek gefinancierde zorg en ondersteuning. Wanneer deze mantelzorg niet (meer) beschikbaar zou zijn, is een kwart van deze groep aangewezen op publiek gefinancierde zorg en ondersteuning. Mede in het kader van de financiële houdbaarheid van de zorg en ondersteuning is het dus van belang om mantelzorgers zo goed mogelijk te ondersteunen.
Integrale blik nodig op samenspel van verschillende wetten
De in dit rapport uitgevoerde berekeningen laten zien dat er uitwisseling kan plaatsvinden tussen de zorgvormen uit de verschillende wetten. Zo is bijvoorbeeld wijkverpleging (Zvw) belangrijk bij het voorkomen van verpleeghuiszorg (Wlz) en kan een tekort aan huishoudelijke hulp (Wmo) leiden tot meer vraag naar wijkverpleging. Omdat de baten van investeringen niet altijd bij diezelfde partij terechtkomen zullen de verschillende organisaties echter niet vanzelfsprekend inzetten op preventieve zorgvormen. Voor de toekomst van de zorg en ondersteuning voor de kwetsbare groepen in onze samenleving is het dan ook van belang de vraagstukken hierbij integraal te bekijken.
Meer informatie
Voor meer informatie over het onderzoek kunt u contact opnemen met pers@scp.nl.