Positie mantelzorgers verdient meer aandacht bij mogelijke tweede coronagolf
Houd bij een mogelijke tweede coronagolf rekening met mantelzorgers. Als bijvoorbeeld de thuiszorg of dagbesteding wordt afgeschaald of stopgezet neemt de kans op overbelasting van mantelzorgers toe. Dit adviseert het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) in haar publicatie Beleidssignalement maatschappelijke gevolgen coronamaatregelen Mantelzorgers.
Een op de drie Nederlanders (vier miljoen mensen) biedt hulp aan zieke naasten, ook wel mantelzorg genoemd. Op basis van onderzoek dat het SCP al vóór de coronacrisis heeft verricht, wordt duidelijk dat de coronacrisis het leven van deze mantelzorgers waarschijnlijk - op verschillende manieren - heeft geraakt. Soms intensiveerde de hulp omdat andere ondersteuning wegviel of omdat de verhuizing van een naaste naar een instelling werd uitgesteld. Andere maatregelen zorgden er juist voor dat mantelzorg niet, of slechts met flinke beperkingen, kon worden verleend.
Gevolgen voor mantelzorgers
In haar literatuurstudie onderscheidt het SCP drie groepen mantelzorgers: mantelzorgers van oude ouders of anderen die zelfstandig wonen, mantelzorgers van huisgenoten en mantelzorgers van mensen die in een zorginstelling verblijven. Voor de verschillende groepen werken de coronamaatregelen anders uit, afhankelijk van de woonsituatie van ‘hun’ hulpbehoevende.
Ruim 60% van de mantelzorgers helpt iemand die zelfstandig woont. Voor een deel van deze groep nam de zorg waarschijnlijk toe, bijvoorbeeld omdat er minder formele zorg beschikbaar was of omdat de hulpbehoevende de formele zorg afhield uit angst voor besmetting. Ook omdat verhuizingen naar zorginstellingen werden uitgesteld in verband met besmettingsangst of vanwege afkeer van de strenge bezoekersregelingen zijn mantelzorgers waarschijnlijk intensiever gaan helpen. Er is ook een groep die minder is gaan helpen, omdat hen werd geadviseerd terughoudend te zijn in het contact met de kwetsbare mensen.
Een op de vijf mantelzorgers helpt een huisgenoot, vaak een partner of een volwassen kind. Ongeveer een kwart van hen voelde zich voor de coronacrisis al ernstig belast. Het is aannemelijk dat – door het wegvallen van de reguliere zorg, dagopvang en dagbesteding – een groter beroep is gedaan op deze groep helpers. Dit kan gevolgen hebben voor zowel de hulpbehoevende als de mantelzorger. Een mantelzorger die zich ernstig belast voelt, loopt een verhoogd risico op het verliezen van zijn of haar geduld.
Een andere groep mantelzorgers - ook ongeveer één op de vijf –zorgt voor een naaste die in een zorginstelling woont, bijvoorbeeld door het doen van boodschappen of het bieden van gezelschap. Door de strenge coronamaatregelen was het niet mogelijk deze naasten te bezoeken en dat had impact en leidde tot zorgen bij mantelzorgers over de bewoner van de zorginstelling.
Rekening houden met mantelzorger
Het SCP adviseert daarom bij een mogelijke tweede coronagolf nadrukkelijker rekening te houden met het belang en de specifieke situatie van de mantelzorgers. Bijvoorbeeld bij de te maken keuzes over het afschalen of stopzetten van de thuiszorg en dagbesteding bij een nieuwe golf. Of bij het aanscherpen van bezoekregelingen bij verpleeghuizen of het inrichten van een veilige werkomgeving voor mantelzorgers. Dit zorgt ervoor dat mantelzorgers ook in de toekomst hun belangrijke werk kunnen voortzetten.