Veranderingen in denken over politiek en samenleving waarschijnlijk niet blijvend
De coronacrisis zorgt vermoedelijk niet voor grote structurele verschuivingen in het denken over instituties, politieke onderwerpen of de samenleving. Ook blijken na een crisis de toegenomen voorkeuren voor herverdeling, meer solidariteit in inkomensondersteuning en het sociale vertrouwen over het algemeen niet blijvend te zijn veranderd. Als de crisis langer aanhoudt is het discrimineren en stigmatiseren van groepen die, in de ogen van mensen, iets met het virus te maken hebben een punt van zorg. Het is verstandig dit te monitoren en waar nodig actie op te ondernemen. Deze conclusies trekt het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) in haar publicatie Verwachte gevolgen van corona voor de opvattingen en houdingen van Nederlanders.
Het SCP heeft op basis van literatuuronderzoek naar eerdere crises bekeken welke invloed de coronacrisis kan hebben op het vertrouwen in instituties en de politiek, voorkeuren voor herverdeling en opvattingen over wie er inkomensondersteuning verdient, politieke attitudes (toename van progressiviteit of conservatisme) en opvattingen over intermenselijke relaties (sociaal vertrouwen, discriminatie en stigmatisering).
Verhoogd vertrouwen in politiek en instituties van tijdelijke aard
Het vertrouwen in de politiek en instituties – zoals het parlement, de regering en politieke partijen – is tijdens de coronacrisis flink toegenomen. Vorige maand rapporteerde het SCP al dat het vertrouwen in instituties in april 2020 op het hoogste niveau lag sinds het SCP dit meet (vanaf 2008). Een veelgenoemde verklaring voor deze stijging is dat burgers van een land het waarderen als ze het gevoel hebben dat de overheid daadkrachtig optreedt tegen een externe dreiging.
Op basis van eerdere crises schat het SCP in dat dit toegenomen vertrouwen echter van tijdelijke aard is. Onder meer de naderende economische recessie kan zorgen voor een snelle afname in het vertrouwen in politiek en instituties. Dit afnemende vertrouwen hoeft niet zorgelijk te zijn: een gezonde dosis wantrouwen, politieke scepsis, houdt de burger betrokken en de overheid scherp. De coronacrisis raakt diverse (kwetsbare) groepen op verschillende manieren. Hierdoor gaat de afweging tussen het algemene en individuele belang mogelijk steeds meer wringen en ontstaat een groeiende behoefte aan een open debat.
Vinger aan de pols bij discriminatie en stigmatisering belangrijk
In eerdere epidemieën zagen we dat groepen die met de ziekte werden geassocieerd het gevaar liepen gestigmatiseerd en gediscrimineerd te worden. Dit is in het geval van de coronapandemie bijvoorbeeld mensen met een Aziatisch uiterlijk overkomen, al is onbekend of dit nog steeds voorkomt. Ook ouderen en mensen met onderliggende aandoeningen kunnen zich mogelijk in het publieke debat gediscrimineerd voelen, bijvoorbeeld als de suggestie wordt gewekt dat het redden van hun leven ten koste gaat van de economie of dat een verhoogd risico hun eigen schuld is. Door stigmatisering te monitoren en in gesprek te gaan met mensen uit kwetsbare groepen kunnen de negatieve gevolgen van deze uitsluiting worden geminimaliseerd. Mochten in het verdere verloop van de coronacrisis groepen worden uitgesloten, dan kan in de overheidscommunicatie geprobeerd worden deze vooroordelen van repliek te dienen. Ook kan de overheid met vertegenwoordigende organisaties in gesprek te gaan, zodat deze mensen zich gehoord en gesterkt voelen.
Stijging in sociaal vertrouwen beklijft waarschijnlijk niet
Ook het sociale vertrouwen en opvattingen over sociaal gedrag (zijn de meeste mensen te vertrouwen, de hulpbereidheid van en eerlijke behandeling door anderen) laten in april een significante stijging zien ten opzichte van januari. Deze stijging is ook bij eerdere crises waargenomen, bijvoorbeeld bij de terroristische aanslagen op 9/11, maar dat verhoogde vertrouwen was geen lang leven beschoren.