Scheiding schoolniveaus beperkt het contact tussen leerlingen met verschillende achtergronden
In februari zijn de open dagen van het voortgezet onderwijs en staan ouders van groep 8 leerlingen voor de keuze naar welke school hun kind gaat. Door de coronamaatregelen zijn veel scholen alleen online te bezoeken, de kans is groot dat ouders vooral zullen kiezen voor scholen waarmee zij al bekend zijn. Het SCP publiceert nu haar rapport ‘Samen of gescheiden naar school’.
Daaruit blijkt dat door een optelsom aan individuele keuzes van schoolbesturen en ouders een gesegregeerd onderwijsaanbod is ontstaan waardoor leerlingen met uiteenlopende achtergronden vaak elk naar hun eigen school gaan. Dat maakt dat leren omgaan met ‘de ander’ niet plaatsvindt op school en dat kan uiteindelijk leiden tot grotere afstand tussen groepen in de samenleving. Het voortgezet onderwijs staat op deze manier ver af van haar doel om leerlingen als burgers te leren samenleven in een complexe en diverse samenleving.
Sociale scheiding het grootst tussen vmbo- en vwo-leerlingen
Na de basisschool worden leerlingen voor het eerst geselecteerd en verdeeld over verschillende leerwegen en onderwijsniveaus. Zoals het onderwijs nu is georganiseerd, gaan leerlingen met uiteenlopende onderwijsniveaus vaak elk naar hun eigen school. Dit heeft als risico dat zij opgroeien met leerlingen met een vergelijkbare achtergrond en jongeren met verschillende achtergronden elkaar niet ontmoeten. Omdat er een grote samenhang is tussen onderwijsniveau en achtergrondkenmerken van leerlingen (inkomen en opleidingsniveau van de ouders en het wel of niet hebben van een migratieachtergrond) betekent deze fysieke scheiding tevens ook een vrij rigoureuze sociale scheiding tussen groepen. Vooral in de grote steden zijn de ontmoetingskansen tussen vwo’ers en vmbo’ers klein omdat leerlingen verspreid zijn over verschillende scholen.
Leren om met elkaar samen te leven
Goed onderwijs draagt bij aan een toekomstige samenleving waarin ruimte is voor verbinding tussen verschillende groepen. Scholen staan voor een aantal opgaven: ze moeten leerlingen niet alleen begeleiden naar een diploma maar hebben ook bredere sociale doelen: persoonsvorming en socialisatie. Naast het leren voor een diploma en vervolgopleiding moeten leerlingen ook leren om met elkaar samen te leven in een complexe en diverse samenleving. Die opdracht is niet eenvoudig en docenten zouden bij die taak beter toegerust kunnen worden. Docenten geven aan het soms moeilijk te vinden om gevoelig liggende thema’s als islam of homoseksualiteit bespreekbaar te maken. Hierbij kunnen ze ondersteuning gebruiken van collega’s, hun directie en hun bestuur.
De betrokkenen geven aan dat ze het kwalijk vinden als leerlingen louter opgroeien met jongeren uit vergelijkbare thuismilieus en niet ‘met de echte maatschappij’ in aanraking komen. Toch kiezen ze vaak voor smal georganiseerd onderwijs. Het SCP stelt al langer dat bredere sociale vaardigheden (waaronder interculturele vaardigheden) van toenemend belang zijn in een samenleving waarin sociale en netwerkvaardigheden steeds doorslaggevender zijn voor bijvoorbeeld het vinden van werk en het onderhouden van een sociaal en beroepsmatig netwerk. Die vaardigheden leer je vanzelfsprekender in een meer gemengde omgeving.
Handelen nu nodig
Het huidige schoolaanbod komt tot stand door demografische ontwikkelingen, praktische mogelijkheden, en de rollen en taakopvattingen van schoolbesturen, schooldirecties en ouders. Met name in de grote steden leidt dit tot een smal georganiseerd onderwijsaanbod. Elke partij handelt vanuit de beste bedoelingen: schoolbesturen willen levensvatbare scholen met een aantrekkelijk onderwijsaanbod; ouders een goede school waarin hun kind zich optimaal kan ontwikkelen. Vraag en aanbod lijken hier met elkaar in balans, maar past minder goed bij de maatschappelijke opgave voor het onderwijs om bij te dragen aan burgerschap en sociale samenhang. Meer sturing vanuit de overheid op het onderwijsaanbod om tegemoet te komen aan die maatschappelijke opgave is daarom wenselijk. Gemeenten kunnen een stimulerende rol spelen door samen met schoolbesturen te kijken op welke locaties, welk aanbod wenselijk is. Dit proces kan door bekostigingsvoorwaarden worden ondersteund.
Schoolbesturen in de grotere gemeenten kunnen de trend van gescheiden onderwijs doorbreken door actief te sturen op (behoud van) breder onderwijs en daarmee meer ontmoetingskansen tussen leerlingen met verschillende achtergronden. Vrije schoolkeuze en een divers aanbod zijn van grote waarde. Maar ook ouders zouden de beperkingen moeten zien van smal georganiseerd onderwijs en ervan doordrongen moeten raken dat breder georganiseerd onderwijs kansen biedt. Niet alleen voor de samenleving maar ook voor de persoonlijke ontwikkeling van hun kind.
Over het onderzoek
Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) combineert in dit onderzoek in samenhang cijfers over de mate van gescheidenheid naar onderwijsniveau met cijfers over sociale scheiding op schoolvestigingen in het voortgezet onderwijs; en biedt daarmee inzage in de ontmoetingskansen tussen jongeren met verschillende achtergronden. Daarbij wordt tevens ingegaan op de regionale verschillen. Door verschillende betrokkenen in het onderwijs hierover aan het woord te laten, wordt duidelijk waarom deze scheiding ontstaat en wat de voor- en nadelen zijn van het samen, dan wel gescheiden naar school gaan.
Onderwijs en corona
Tijdens de eerste lockdown en nadat ook nu andermaal de scholen gesloten zijn, schipperen scholen en instellingen met mens, middelen en ruimte om onderwijs te geven. Het sluiten van scholen is ingrijpend en heeft een ontwrichtende werking; leerlingen missen het contact met medeleerlingen, ouders staan onder druk door thuiswerken in combinatie met schoolwerk en docenten hebben niet altijd goed zicht op de leerprestaties en vorderingen van hun leerlingen. Kwetsbare leerlingen en leerlingen in achterstandssituaties worden het hardst geraakt.