Culturele betrokkenheid bleef in de jaren ’10 stabiel
De cultuurbezuinigingen als gevolg van de kredietcrisis van 2008 lijken in het cultuurbereik geen sporen nagelaten te hebben. Ook bleef het aantal bezoeken aan culturele instellingen tussen de jaren 2010 en 2020 gelijk. Dat blijkt uit het onderzoek ‘Wat hebben mensen met cultuur’? Culturele betrokkenheid in de jaren 10’ dat het SCP vandaag publiceert. Op dit moment zijn veel culturele instellingen als gevolg van de coronamaatregelen gesloten. Deze bevindingen vormen een referentiepunt om later te kunnen beoordelen of en hoe de coronacrisis invloed gehad heeft op de culturele betrokkenheid van mensen.
Ondanks de stabiele betrokkenheid bij cultuur waren er tussen 2010 en 2020 wel verschuivingen in het bereik. Zo nam de interesse in en het bereik van mediagebruik voor erfgoed toe (zoals bijvoorbeeld het fotograferen van cultureel erfgoed), net als het bereik van musea, film en erfgoed. Er vond een lichte verschuiving plaats binnen cultureel mediagebruik; meer digitaal mediagebruik ten koste van het lezen van gedrukte media en het luisteren en kijken naar radio- en televisieprogramma’s. Cultuurbeoefening in de vrije tijd (zoals zelf een instrument bespelen, schilderen of lokaal erfgoed bestuderen) bleef gelijk in de afgelopen tien jaar. De financiële steun van het publiek in de vorm van sponsoring of donaties voor cultuur laat een lichte daling zien. Mensen bleken niet bereid om de culturele bezuinigingen te compenseren.
Betrokkenheid ongelijk verdeeld
Verder blijkt uit de studie dat de culturele betrokkenheid ongelijk is verdeeld over de bevolking. Leeftijd speelt een rol; het bereik van musea en gecanoniseerde podiumkunst (zoals klassieke muziek en toneel), podiumkunst is onder ouderen groter, terwijl jongeren meer gebruik maken van populaire podiumkunst, film en festivals.
Maar ook opleidingsniveau en opleidingsduur is van invloed op culturele betrokkenheid. Hoe langer de onderwijscarrière, hoe groter de kans dat iemand cultuur bezoekt. Dat geldt voor gecanoniseerde podiumkunst, maar ook voor populaire podiumkunst, festivals en film. Vooral bij gecanoniseerde podiumkunst, beeldende kunst en musea zijn de verschillen in bereik naar opleiding aanzienlijk, met indexcijfers van circa 75% onder laag- en 135% onder hoogopgeleiden. Daarnaast is het bereik van cultuur vaak kleiner onder mensen met een niet-westerse migratieachtergrond. Uitzonderingen hierop zijn de film en de bibliotheek.
Diversiteit terug op de agenda
In de loop van de afgelopen tien jaar keerde het thema diversiteit terug op de cultuurpolitieke agenda. Dat leidde tot de Code Diversiteit & Inclusie, gericht op grotere diversiteit binnen de p’s van programmering, publiek, personeel en partners. Tot welke veranderingen deze hernieuwde aandacht voor diversiteit gaat leiden en of dat gevolgen heeft voor de diversiteit van culturele betrokkenheid wordt pas later duidelijk. De uitdaging de coronacrisis het hoofd te bieden gaat mogelijk ten koste van de aandacht voor diversiteit.
Cultuur en corona
De gevolgen van de coronacrisis hangen af van de duur ervan, van de veerkracht van het culturele leven en van de steun voor het culturele leven. Dit is in november 2020 door het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) verkend in het signalement Corona en de betekenis van het culturele leven (Van den Broek 2020).
De onderliggende gegevens over culturele betrokkenheid zijn in de jaren 2012, 2014, 2016 en 2018 in samenwerking met het CBS verzameld, met behulp van de enquête VrijeTijdsOmnibus (VTO).