Drijfveren en ervaren barrières bij woningeigenaren
Het SCP onderzocht de verduurzamingsintenties van woningeigenaren en hun concrete acties om woningen te isoleren en zonnepanelen aan te schaffen. Inmiddels heeft ongeveer een kwart van de woningeigenaren stappen gezet om de woning te verduurzamen. Volgens de Klimaatwet moeten in 2050 alle 7 miljoen huizen hernieuwbare energie en warmte gebruiken. Belangrijke stap hierin is de isolatie van woningen en het benutten van zonne-energie. Een groot deel van de huiseigenaren heeft deze stap echter nog niet gezet; bijna de helft heeft nog niet de isolatie verbeterd en driekwart van de eigenaren met een eigen dak heeft nog geen zonnepanelen geplaatst. Verschillende belemmeringen houden hen tegen om in beweging te komen. Om een kanteling in de verduurzaming door woningeigenaren te realiseren, is aanvullend beleid nodig om huiseigenaren te stimuleren en te ondersteunen.
Uit het onderzoek blijkt dat 25% van de woningeigenaren isolatie heeft toegepast en 19% zonnepanelen op het eigen dak heeft geplaatst. Daarnaast zegt 23% van de woningeigenaren het huis te willen gaan isoleren en is 35% voornemens om zonnepanelen te plaatsen. De groep woningeigenaren die niet wil verduurzamen is ongeveer even groot (bij isolatie 26% en zonnepanelen 35%).
Drijfveren bij verduurzaming
Als belangrijkste reden om te isoleren noemt ongeveer een derde deel van de woningbezitters de besparing op de energierekening en een derde deel noemt comfortverbetering. De groep mensen dat het milieu als belangrijkste reden aanvoert voor verduurzaming is wat kleiner. Woningverduurzaming draait voor woningeigenaren dus lang niet altijd om milieuwinst.
Een aanzienlijke groep zegt niet bereid te zijn tot woningverduurzaming. Vaak is het niet zozeer een kwestie van niet willen, als wel van niet kunnen verduurzamen. Voor de ene groep woningeigenaren spelen daarbij andere barrières een rol dan bij een andere groep. Bij de woningeigenaren die wel willen verduurzamen maar dit nog niet hebben gedaan, komen belemmeringen naar voren zoals te hoge kosten, de verwachting dat maatregelen in de toekomst goedkoper worden of dat men zich er nog niet in heeft verdiept. Voor een kwart (isolatie) tot de helft (zonnepanelen) van de eigenaren is de belangrijkste reden om niet te willen verduurzamen de onzekerheid hoe lang ze nog in de woning zullen wonen, bijvoorbeeld door een voorziene verhuizing of omdat men op leeftijd is.
Groepen
Het SCP onderzocht of op basis van gedrag, gedragsintenties en meer algemene opvattingen over klimaatbeleid en duurzaam gedrag, groepen te onderscheiden zijn in woningverduurzaming, die meer of minder meekomen met de beoogde beweging. Een van de mogelijke uitkomsten is deze categorisering is de volgende indeling in vijf groepen: [1]
- voorlopers, die het vaakst zonnepanelen en na-isolatie hebben toegepast;
- bereidwillige volgers, die het vaakst aangeven de intentie te hebben voor toepassing van zonnepanelen en na-isolatie;
- middengroep, die overal gemiddeld op scoort en tevens de grootste groep is;
- terughoudenden, die sterk lijken op de middengroep maar minder de intentie hebben om van het aardgas af te stappen;
- achterblijvers, die het laagst scoren op de intentie te kiezen voor zonnepanelen en verbeterde isolatie en tevens de kleinste groep vormen.
[1] Deze indeling is gebaseerd op de Innovatieadoptietheorie van Rogers (1995), waarin hij diverse groepen onderscheidt die verschillend kijken naar nieuwe technologie en daardoor minder of meer geneigd zijn een innovatie te adopteren.
Beleidsinzet
Deze bevindingen duiden op een voorzichtige beweging naar een bredere acceptatie en adoptie van woningverduurzamingsmaatregelen. Er lijkt sprake van inertie bij de grote meerderheid en een mogelijke weerstand in de kleine achterhoede, die zonder sterk sturend en prikkelend beleid niet de motivatie of (financiële) mogelijkheden lijkt te hebben om woningverduurzaming zelf op te pakken. Om de noodzakelijke kanteling in de verduurzaming door woningeigenaren te realiseren, is enerzijds beleid nodig om de huiseigenaren die willen aan te moedigen en te stimuleren; anderzijds zal meer specifieke beleidsinzet nodig zijn om de minder draagkrachtige woningeigenaren die niet zelf kunnen verduurzamen te ontlasten en te ontzorgen, en om de onzuinige woningen waar de meeste winst behalen is prioritair aan te pakken. Vanuit de indeling in groepen biedt vooral de groep voorlopers aanknopingspunten voor beleid.
Over het onderzoek
Voor dit onderzoek werden data gebruikt uit de Verkenning Energie Transitie (VET’19). Deze data zijn juli 2019 verzameld op basis van een vragenlijst die door het SCP is ontwikkeld. Deze vragenlijst is online uitgezet door CentERdata, onder een steekproef van 3480 deelnemers (18 jaar en ouder, één persoon per huishouden) van het LISS-panel. Onder de 2384 respondenten in dit onderzoek zijn 1626 woningeigenaren.