Nederlander maakt zich zorgen, en verlangt naar saamhorigheid
Nederlanders hechten, ook in een periode waarin ze het land voor grote maatschappelijke uitdagingen zien gesteld, sterk aan waarden als tolerantie, respect voor verschil en saamhorigheid. Over samenleven in de buurt zijn mensen positiever dan over samenleven in Nederland als geheel: samenleven in de buurt krijg als rapportcijfer een ruime zeven, samenleven in Nederland een zesje. Over Nederland als geheel maken ze zich zorgen, volgens 65% gaat het de verkeerde kant op met Nederland. Het vertrouwen in de politiek was laag in oktober 2021, en daarnaast maken burgers zich zorgen over onder andere corona, stijgende prijzen, de woningmarkt en een toenemende tweedeling in de maatschappij. Dat blijkt uit opinieonderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) dat vandaag verschijnt.
Verlangen naar saamhorigheid en tolerantie
SCP-onderzoek laat al jaren zien dat veel mensen zich zorgen maken over hoe we met elkaar samenleven in Nederland. Achter deze zorgen gaat een sterk verlangen naar saamhorigheid en goed samenleven schuil. Bij ‘goed samenleven’ denken mensen aan verbondenheid met familie, elkaar bijstaan in de buurt en onbaatzuchtige acties via sociale media. Ook hechten veel Nederlanders waarde aan tolerantie en respect voor verschil. Hoewel mensen het eens lijken over het belang van deze waarden, lijkt de invulling voor meerdere uitleg vatbaar. Over waar de grenzen liggen van tolerantie, wordt verschillend gedacht.
Veel Nederlanders vinden dat het door elkaar wonen van verschillende bevolkingsgroepen het samenleven minder prettig maakt. Het door elkaar wonen van mensen met en zonder psychische problematiek en van groepen met verschillende migratieachtergronden vinden Nederlanders doorgaans lastig. Van de ondervraagden vindt 21% dat het door elkaar wonen van mensen met verschillende migratieachtergronden het samenleven prettiger maakt, tegen 42% die dat niet vindt.
Positie in de samenleving kleurt perspectief op samenleven
Hoewel samenleven in de buurt gemiddeld een 7,1 scoort, geeft een op de tien Nederlanders het samenleven in de buurt niettemin een onvoldoende. Mensen met een laag inkomen en/of geen werk, oordelen beduidend negatiever. Hoe mensen aankijken tegen samenleven, heeft te maken met de positie die iemand inneemt in de samenleving. Dit bleek in gesprek met buurthuisbezoekers. Zij bleken sterk aangewezen op de buurt, maar ervaren de wijdere samenleving als kil en ontoegankelijk. De perspectieven van verschillende groepen bieden belangrijke inzichten over het functioneren van een diverse samenleving.
Naast corona zien mensen nog veel andere maatschappelijke uitdagingen
Aan de vooravond van de vierde coronagolf, in oktober 2021, was de publieke stemming pessimistisch. Een meerderheid van de Nederlanders (64%) was somber over de richting van het land. Ook het vertrouwen in de regering was laag (40%). Anders dan een jaar geleden was de coronacrisis in oktober niet de belangrijkste reden om somber te zijn. Corona was op dat moment één van de zorgen, al waren de meningen verdeeld over het al dan niet verplicht vaccineren en vrijheidsbeperkingen. De lange formatie werd het meest genoemd als reden voor het lage rapportcijfer voor de regering. Mensen verweten het kabinet gebrek aan daadkracht in tijden van grote uitdagingen, zoals de coronacrisis, de stijgende kosten van het levensonderhoud, immigratie, de manier van samenleven en de situatie op de woningmarkt. Dat past in het beeld van de coronacrisis waarin periodes van hoop en tegenslag elkaar afwisselen: als corona minder urgent is, winnen andere problemen aan actualiteit.
Het enquêteonderzoek is in oktober 2021 uitgevoerd in het LISS-panel van CentERdata, nog voor de afkondiging van nieuwe coronamaatregelen. In totaal hebben 1201 mensen van 18 jaar en ouder tussen 4 oktober en 27 oktober de online vragenlijst ingevuld. Tussen 4 oktober en 2 november zijn er daarnaast zeven focusgroepen gehouden over wat ‘goed met elkaar samenleven’ inhoudt en welke waarden daarbij belangrijk zijn.