Driekwart van de Nederlanders denkt dat polarisatie toeneemt
Ergernis over harde toon en extreme uitingen in politieke en publieke debat
Een ruime meerderheid van de Nederlanders maakt zich zorgen over polarisatie. Ze denken daarbij aan verslechterde omgangsvormen en verharding in het politieke en publieke debat. Ook ergeren ze zich aan uitingen die zij als extreem of radicaal ervaren. Dat blijkt uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) dat vandaag verschijnt. In hun directe omgeving ervaren mensen minder polarisatie dan in de politiek en in de (sociale) media. Om het gevoel dat groepen mensen tegenover elkaar staan niet te vergroten, is het belangrijk om in het politieke debat te letten op de toon en de inhoud centraal te stellen.
Veel mensen maken zich zorgen over de manier van samenleven in ons land. Deze editie van het Continu Onderzoek Burgerperspectieven (COB) laat zien dat driekwart van de Nederlanders denkt dat meningsverschillen over maatschappelijke kwesties steeds groter worden. Wetenschappelijk onderzoek spreekt dat beeld echter tegen: op veel onderwerpen is meer overeenstemming dan mensen denken en onderlinge verschillen in opvattingen groeien niet. In de manier van samenleven zien Nederlanders overigens ook dingen goed gaan. Ze noemen bijvoorbeeld onderlinge hulpvaardigheid als sterk punt. Ook vindt twee derde dat andere mensen te vertrouwen zijn.
Hardere toon en scherpe uitingen
Uit de groepsgesprekken en enquêtes die het SCP voor dit onderzoek deed, blijkt dat de zorgen van mensen over polarisatie vooral gaan over de omgangsvormen in het politieke en maatschappelijke debat. Ze noemen de harde toon van het debat, het niet goed naar elkaar luisteren en het vasthouden aan het eigen gelijk. Daarnaast blijkt dat veel mensen zich ergeren aan in hun ogen extreme uitingen. Mensen ervaren dat vooral kleine groepen met een harde toon veel aandacht vragen en krijgen, onder meer in de media. Zij hebben soms begrip voor groepen die van zich laten horen omdat ze worden achtergesteld of omdat er niet naar hen wordt geluisterd. Toch overheerst bij veel mensen ongeduld en ergernis over fel verwoorde meningen en harde protestacties.
Minder polarisatie in eigen leefomgeving
Terwijl de polarisatie en verharding in het politieke debat en op (sociale) media breed worden gevoeld, zijn de ervaringen in de eigen leefomgeving wisselend. Mensen geven aan dat dat komt omdat ze zich meestal omgeven met gelijkgestemden. Daarnaast ontwijkt men vaak discussies met vrienden, familie en collega’s over lastige kwesties om conflicten te vermijden. Het maakt hierbij wel uit om wie en waarover het gaat. Als iemand persoonlijk geraakt wordt door een onderwerp, is het lastiger de discussie hierover te vermijden. Zoals bijvoorbeeld over racisme, LHBTIQ+ rechten of stikstof. Mensen in een meerderheidspositie kunnen het zich vaak gemakkelijker veroorloven om zich te onttrekken aan het debat over dergelijke thema’s. Corona vormde hierop een uitzondering: het raakte iedereen en discussies over vaccineren hebben ook in de persoonlijke kring voor spanningen gezorgd.
Gevolgen voor sociale cohesie en democratie
Sterke beelden over polarisatie zijn niet zonder gevolgen. Een gepolariseerde samenleving - of dat nu daadwerkelijk zo is of door mensen zo wordt beleefd - kan ervaren vijandigheid tussen politieke tegenstanders aanwakkeren. Dat kan op den duur de sociale cohesie en het functioneren van de democratie aantasten. Daarom is het belangrijk om in het politieke debat een harde toon en vijandige houding te vermijden en de inhoud centraal te stellen. Daarnaast doen zowel media als politiek er goed aan om meningsverschillen niet meteen polarisatie te noemen. Verschillen in meningen en opvattingen zijn er immers altijd en horen bij een democratie. Het benadrukken van tegenstellingen kan echter verschillen onnodig uitvergroten.