SCP: Krappe arbeidsmarkt vraagt om meer mensgerichte oplossingen
In veel (essentiële) sectoren is er op dit moment een groot tekort aan medewerkers. En die krapte op de arbeidsmarkt houdt naar verwachting nog twee decennia aan. Daarom is het cruciaal dat er gewerkt wordt aan oplossingen voor deze arbeidskrapte. Waar er voor die oplossingen snel wordt gekeken naar economische of financiële maatregelen, biedt het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) een sociaal maatschappelijk perspectief. Gericht op het leven van mensen. In de kennisnotitie van het SCP die vandaag verschijnt, werkt het planbureau deze alternatieve oplossingsrichtingen verder uit.
Op dit moment groeit de beroepsbevolking nog met gemiddeld 76.000 mensen per jaar, maar na 2025 loopt deze groei terug naar nul per jaar in 2040. Tegen die achtergrond stelt het kabinet zich ten doel om iets aan de tekorten op de arbeidsmarkt te doen. Veel sectoren die nu al te weinig personeel hebben, vervullen immers belangrijke maatschappelijke functies of zijn betrokken bij de grote transities van dit moment, zoals de energietransitie.
Het SCP signaleert dat, ondanks de intentie meer integraal naar het kraptevraagstuk te kijken er nog steeds versnippering dreigt in concreet beleid. Dit kan ertoe leiden dat het beleid van het ene ministerie het beleid van een ander ministerie beconcurreert, dat sectoren die cruciaal zijn te weinig medewerkers hebben en dat werk en zorgtaken voor mensen niet meer te combineren zijn. Dat kan op de langere termijn gevolgen hebben voor maatschappelijke opgaven op het gebied van bijvoorbeeld sociale ongelijkheid, duurzaamheid en de zorg voor elkaar. Zeker gezien het feit dat we met een vergrijzende bevolking meer mantelzorgtaken zullen moeten vervullen.
Omdat arbeidsmarktkrapte zoveel facetten van het leven van mensen en het samenleven raakt, is het belangrijk om de aanpak ervan te baseren op een visie op brede welvaart, nu en in de toekomst. Op basis van kennis en onderzoek stelt het SCP in een kennisnotitie drie kansrijke oplossingsrichtingen voor, die uitgaan van brede welvaart. Oplossingen die gericht zijn op het leven van mensen en de samenleving als geheel.
1. Meer oog voor kwaliteit van werk
Mensen zijn bereid om meer te werken als ze zinvol werk doen en de verschillende rollen die ze hebben kunnen combineren. Iemand is naast werknemer soms ook ouder, mantelzorger, vrijwilliger of student. Financiële prikkels die de overheid nu voorstelt, zorgen niet voor meer arbeidsparticipatie, zo blijkt uit onderzoek. Een kansrijkere oplossing is kwaliteitsvol werk.
Inhoudelijk is werk kwaliteitsvol wanneer het aansluit op iemands interesses en competenties en mensen gestimuleerd worden zichzelf verder te ontwikkelen. Uit onderzoek blijkt dat het daarnaast belangrijk is dat mensen zeggenschap hebben, net als ondersteunende collega’s en leidinggevenden, een ‘familie- en leervriendelijke’ cultuur, redelijke werkuren en werkeisen. Kwaliteitsvol werk kan op die manier de oplossing zijn voor de spanning die er bestaat tussen het meer moeten werken, leren en de zorgtaken die mensen hebben. En ervoor zorgen dat mensen bereid zijn meer uren te werken.
2. Een inclusieve arbeidsmarkt
Een tweede oplossing is om de arbeidsmarkt toegankelijk te maken voor mensen die nu buiten het arbeidsproces staan. Er zijn in Nederland nog steeds (te veel) mensen die graag willen, maar niet aan het werk zijn. Migranten en statushouders, 55-plussers, mensen met een lichamelijke of psychische beperking en mensen die vanuit een uitkering naar werk zoeken. Ook uit oogpunt van gelijke kansen en goed samenleven is het moeilijk uit te leggen dat bepaalde groepen veel moeilijker aan het werk komen dan anderen.
De inzet van werkgevers en overheid om deze en andere groepen te betrekken is een kansrijke oplossing voor een deel van de krapte op de arbeidsmarkt. Een inclusieve arbeidsmarkt gaat daarbij verder dan het bestrijden van discriminatie alleen. Het vraagt nieuwsgierigheid naar de talenten en perspectieven die iemand inbrengt en de leeropbrengst die dat biedt aan de organisatie. Het vraagt de bereidheid de eigen normen en werkwijzen ter discussie te stellen en ruimte te maken voor nieuwe manieren van werken.
3. Het maken van keuzes vanuit het perspectief van brede welvaart
In tijden van krapte op de arbeidsmarkt bestaat het risico dat niet al het werk dat we belangrijk vinden even goed of even veel kan worden gedaan. Accepteren we dat als samenleving of vinden we dat het kabinet keuzes moet maken over welke sectoren en functies prioriteit moeten krijgen?
De vraag is of we bijvoorbeeld accepteren dat er minder docenten in het onderwijs zijn, waardoor jongeren minder kansen hebben en er meer sociale ongelijkheid zal zijn? Zijn we bereid om langer te wachten op een ziekenhuisbehandeling en accepteren we en een lagere levensverwachting als er te weinig mensen in de zorg werken? Willen we arbeidskrachten richting (bepaalde) maatschappelijke sectoren sturen ten koste van andere sectoren? En zo ja, ten koste van welke sectoren? Prioriteren we banen binnen de kinderopvang, zodat meer mensen kunnen werken, of zetten we in op banen binnen de energietransitie? Vangen we arbeidstekorten op met meer migratie? Hoe zorgen we dan voor voldoende woningen voor deze mensen?
Kortom: de verwevenheid van werk met andere terreinen van het leven en samenleven, maakt dat politiek en beleid zich bewust moeten zijn van de keuzes die een krapteaanpak impliceert en van de gevolgen van deze keuzes. Dit vraagt een integrale en samenhangende interdepartementale aanpak, waarbij afwegingen vanuit een breed welvaartskader worden gemaakt.