Burgers zien maatschappelijk belang van leven lang ontwikkelen, maar willen zelf kiezen

De arbeidsmarkt kampt met grote tekorten, ook in vitale sectoren. Bij- en omscholing, verenigd onder het Leven Lang Ontwikkelen (LLO)-beleid, biedt een mogelijke oplossing en is als beleidsthema daarmee urgenter dan ooit door de toenemende uitdagingen. Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) onderzocht de visie van burgers op dit LLO beleid. De geïnterviewden benadrukken dat, hoewel ze de maatschappelijke voordelen van LLO erkennen, het aan elk individu is om te beslissen of zij hieraan willen deelnemen en op welke manier. Dit recht om zelf keuzes te maken, vaak op basis van intrinsieke motivatie, is daarmee cruciaal.

LLO wordt door geïnterviewde burgers gezien als waardevol, zowel voor persoonlijke groei als voor de samenleving, maar zij vinden dat deelname aan LLO-activiteiten vooral een kwestie van willen is en zeker niet van moeten. Burgers hechten belang aan de vrijheid om zelf te bepalen of en hoe zij zich verder willen ontwikkelen, zonder verplichtingen vanuit de overheid.

Ondersteuning voor kwetsbare groepen

In het onderzoek komt ook naar voren dat burgers erkennen dat niet iedereen in staat is om zelfstandig aan LLO deel te nemen. Voor hen die hierbij hulp nodig hebben, bevelen zij ondersteuning aan in de vorm van laagdrempelige informatie, begeleiding, en financiële hulp. Dit geeft kwetsbare groepen de mogelijkheid om hun vaardigheden te ontwikkelen en actief deel te nemen aan de samenleving. 

Drie aanbevelingen voor beleid

Allereerst wordt geadviseerd om LLO-beleid zo vorm te geven dat duidelijker wordt hoe individuele keuzevrijheid en maatschappelijke doelen met elkaar samenhangen. Individuele keuzevrijheid garandeert niet dat maatschappelijke doelen zoals het invullen van personeelstekorten in essentiële sectoren worden opgelost. Handelingsopties zijn helderdere communicatie over kraptesectoren en baankansen, maar eventueel ook de vervolgstap van het inperken van de opleidingskeuzes. Daarnaast kan LLO explicieter worden verbonden met grote maatschappelijke uitdagingen om de ervaren urgentie onder burgers te vergroten. Tot slot is waakzaamheid voor ‘stille ideologieën’ op dit thema van belang. Is het ideaalbeeld van ‘de lerende zelf’ bijvoorbeeld wel haalbaar voor burgers? Zijn prikkels en stimulansen die manier om mensen aan het leren te krijgen, of is een andere manier beter? De onuitgesproken en breed gedeelde aannames over eigen keuze en eigen regie van burgers en beleid kunnen een blokkade vormen voor alternatieve oplossingen, die buiten de gebaande kaders gaan.