SCP in Eerste Kamer over burgerperspectief op democratie en rechtsstaat

Op 11 maart 2025 organiseert de Eerste Kamer een deskundigenbijeenkomst over de staat van de rechtsstaat. Namens het SCP gaat Lonneke van Noije in op het rechtsstatelijk bewustzijn in Nederland vanuit het perspectief van burgers. Hoe kijken Nederlanders naar de democratie en de rechtsstaat en wat er nodig is om het bewustzijn te versterken.

Beeld: ©ANP

Ter voorbereiding van de bijeenkomst in de Eerste Kamer ontwikkelde het SCP een position paper, gebaseerd op de kennisnotitie Burgers over Democratie en Rechtsstaat . Daaruit blijkt dat Nederlanders in het algemeen voltallig steun uitspreken voor de democratische rechtsstaat en zijn waarden. Maar als we wat specifieker kijken, blijkt een aanzienlijk deel deze waarden toch minder principieel te omarmen dan lange tijd wellicht werd gedacht. 

Ten eerste zien we dat mensen in het algemeen groot voorstander zijn van het principe van gelijke rechten, maar dat ze daarbij in de praktijk toch verschil maken tussen groepen op basis van hun eigen politieke opvattingen, hun sympathie voor groepen en de wil van de meerderheid. Een voorbeeld: mensen keuren demonstraties vaker goed wanneer zij het eens zijn met het politieke doel van de demonstraties, en ze keuren het vaker af wanneer zij het ermee oneens zijn.

Ten tweede zien we dat mensen de controlerende macht van het parlement en de rechtspraak niet altijd zien als bescherming van burgers tegen machtsmisbruik door de regering, maar ook als een hinderlijke kracht die de wil van de meerderheid soms juist tegenwerkt. Mensen hebben behoefte aan meer daadkracht in het oplossen van problemen. Mede hierdoor is zo’n 20 tot 30% van de inwoners van ons land – en dat is overigens niet van de laatste jaren - ontvankelijk voor sterke leiders die zich bij de uitvoering van beleid niet zoveel van parlement, rechter of wet hoeft aan te trekken.

Wat zeggen deze bevindingen over de ‘staat van de rechtsstaat’ in Nederland? 

Op zich is het niet problematisch dat mensen verschillend denken over de precieze invulling van de democratische rechtsstaat en over waar de grens ligt in de toepassing van rechten. Democratie en rechtsstaat zijn niet zwart-wit, dus dat hoeft het denken van burgers ook niet te zijn. Maar over de kernbeginselen moet in principe geen discussie zijn in de samenleving. 

Dat die kernbeginselen niet voor iedereen vanzelfsprekend blijken, is een risico voor de democratische rechtsstaat. Die is namelijk erg afhankelijk van de waardering in de gehele samenleving. Als de steun voor de democratische rechtsstaat afhangt van persoonlijke overwegingen, zoals we bij sommige mensen zien, verkruimelt deze steun als de geleverde resultaten niet naar wens zijn. De Grondwet is niet in beton gegoten en biedt uiteindelijk maar beperkte bescherming van de rechtsstaat; alleen een brede rechtsstatelijke cultuur houdt deze overeind als het erop aankomt. Zo’n cultuur houdt in dat de rechtsstaat niet alleen met de mond wordt beleden, maar dat er ook naar wordt geleefd. Daarvoor is een minimale voorwaarde dat instituties en politici zich ten minste aan eigen wetten en regels houden en de scheiding der machten te respecteren. Dit gebeurt niet altijd; het toeslagenschandaal staat daar inmiddels symbool voor.

Voor het stimuleren van een rechtsstatelijke cultuur is ook een duidelijker en toegankelijker gesprek nodig dan wij in Nederland kennen. Dit wordt nog nauwelijks door de politiek gevoed. Politici benadrukken soms wel het belang van de rechtsstaat, maar leggen daarbij meestal niet uit waarom het van belang is. Het argument dat iets nu eenmaal in de Grondwet staat, zal mensen niet informeren of overtuigen van het belang ervan. Want democratie en rechtsstaat zijn voor mensen erg abstract en complex. Veel mensen, ook academisch opgeleiden, weten of snappen niet precies wat de waarde ervan is. En dat uiteindelijk het recht van de sterksten, vaak de rijken, het gevolg is van het geleidelijk inperken van persvrijheid, onafhankelijke rechtspraak of minderheidsrechten.

Wat is er nodig?

Wij zien dus alle reden voor de oproep die de Staatscommissie Rechtsstaat heeft gedaan om te komen tot meer rechtsstatelijk leiderschap binnen de overheid. Daarnaast zien wij het belang van breed toegankelijk maatschappelijk gesprek over nut en noodzaak van democratie en rechtsstaat, om de rechtsstatelijke cultuur binnen de gehele samenleving te versterken. Dit kan in media met een breed publiek, ook door politici, ouders en leraren worden uitgedragen. Politieke elites hebben daarbij een belangrijke voorbeeldfunctie.