Gedragsinzichten in beleid gericht op bestaanszekerheid

Bestaanszekerheid is een grondrecht voor iedereen in Nederland. Het is een belangrijk thema in de politiek en er is veel beleid op gericht. Maar het beleid over bestaanszekerheid sluit niet altijd goed aan op de praktijk. En dat kan gevolgen hebben voor grote groepen mensen. Hoe kan deze aansluiting van beleid op praktijk worden verbeterd? Dat onderzoekt het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) in het project Gedragsinzichten in beleid gericht op bestaanszekerheid.

Verschil tussen beleid en praktijk

‘Mensen die een foute aanvraag doen, moeten hard aangepakt worden.’ Achter dit beleid zit de aanname dat wie een foute aanvraag doet, een fraudeur is. Mensen die per ongeluk een foutje maken, worden dan op één hoop gegooid met mensen die dit bewust doen. En dat kan grote gevolgen hebben voor de bestaanszekerheid van mensen. Dat zagen we in de toeslagenaffaire. 

Een andere aanname die in beleid kan zitten, is dat alle mensen kunnen werken en daarin ook op elk moment zelf hun verantwoordelijkheid kunnen pakken. Maar dat is in de praktijk niet altijd het geval. Dat bleek vorig jaar uit onderzoek van de Commissie sociaal minimum. Er zit dus verschil tussen beleid gericht op bestaanszekerheid en hoe het in de praktijk werkt. 

Vier deelonderzoeken

Het SCP onderzoekt bestaanszekerheid vanuit beide kanten. Ten eerste door te onderzoeken hoe het beleid hierover wordt gemaakt. En ten tweede vanuit de praktijk: het perspectief van mensen die in hun eigen leven met bestaansonzekerheid te maken hebben. Het project bestaat uit vier deelonderzoeken:

  1. Beleidsteksten onderzoeken en gesprekken voeren met beleidsmedewerkers. 
  2. De dagelijkse realiteit van het leven van mensen in bestaansonzekerheid in beeld brengen. Dit doen de onderzoekers door een aantal maanden mee te lopen, doen en praten met de mensen waar het om draait.
  3. Vergelijking van de uitkomsten van onderzoek 1 en 2 en het doen van een literatuurstudie. Bij sommige uitkomsten kunnen er verschillen bestaan tussen beleid en praktijk. Voor een van deze onderwerpen wordt gekeken wat er in de wetenschappelijke literatuur over bekend is. 
  4. Praktische handvatten voor beleid opstellen, samen met beleidsmedewerkers, experts en mensen die zelf met dit beleid te maken hebben.

Dit levert het op

Het project biedt praktische handvatten voor beleidsmedewerkers om op twee manieren voor een verbetering te zorgen:

  1. Hoe de aansluiting beter kan tussen beleid over bestaanszekerheid en het gedrag van mensen die hiermee in de praktijk te maken hebben.
  2. Hoe je inzichten over het gedrag van mensen beter kunt meenemen in beleid.

Meer informatie

Wilt u meer weten over dit project? Neem dan contact op met projectleider Wieke Blijleven.  
Dit project maakt deel uit van het onderzoeksprogramma Beleidsvisies, burgervisies en gedragingen