Sociale positie en voorzieningengebruik allochtonen (SPVA)
Het onderzoek naar de sociale positie en het voorzieningengebruik van allochtonen is opgezet om de positie van de vier grootste minderheidsgroeperingen, Turken, Marokkanen, Surinamers en Antillianen, regelmatig in kaart te brengen. Het wordt in de eerste plaats gebruikt om te onderzoeken in welke mate personen uit de minderheden naar evenredigheid participeren in de maatschappelijke kerninstituties onderwijs en arbeidsmarkt.
In 2003 is een SPVA-onderzoek gehouden onder de vijf grootste groepen allochtonen uit vluchtelingenlanden (Afghanen, Irakezen, Iraniërs, (voormalig) Joegoslaven en Somaliërs). Dit onderzoek naar de sociale positie en het voorzieningengebruik van nieuwkomers (SPVN) bevat grotendeels dezelfde thema's als het SPVA-onderzoek onder de klassieke groepen. Het SPVA-onderzoek is in 2004 opgevolgd door het onderzoek Leefsituatie allochtone stedelingen (LAS) en in 2006 door het Survey integratie minderheden (SIM).
De SPVA-bestanden zijn voor onderzoeksinstellingen te verkrijgen via DANS. (Het desbetreffende studienummer staat tussen haakjes vermeld.)
Korte onderzoeksbeschrijving
Doelpopulatie: allochtone bevolkingsgroepen in Nederland: Turken, Marokkanen, Surinamers en Antillianen
Soort onderzoek: enquête
Steekproefeenheid: huishouden
Entiteiten: huishoudens en personen
Steekproefkader: gemeentelijke bevolkingsregisters
Steekproefmethode: tweetrapssteekproef: gemeenten, huishoudens
Verzamelmethode: mondelinge vragenlijst
Opdrachtgever: Instituut voor Sociologisch-Economisch Onderzoek (ISEO); vanaf 1998 Instituut voor Sociologisch-Economisch Onderzoek (ISEO) en Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP)Instituut voor Sociologisch-Economisch Onderzoek (ISEO); vanaf 1998 Instituut voor Sociologisch-Economisch Onderzoek (ISEO) en Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP)
Frequentie: onregelmatig: in 1988, 1991, 1994, 1998, 2002 en 2003
Weging: Omdat de SPVA-bestanden van 2002 en 2003 niet volledig representatief zijn voor een aantal belangrijke achtergrondkenmerken, is in deze bestanden een weging toegepast. De weegfactor is geconstrueerd op basis van een poststratificatie van de variabelen leeftijd, geslacht en generatie.
Berichtgevers: hoofd huishouden voor de algemene vragenlijst; overige leden van het huishouden ouder dan twaalf jaar krijgen een verkorte vragenlijst
SPVA 1988 (P1234)
Veldwerkperiode: 1988
Veldwerk: Bureau Veldkamp
Aantallen: 4004 huishoudens; 5445 personen
Respons: variërend van 50% tot 79%
SPVA 1991 (P1429)
Veldwerkperiode: voorjaar 1991
Veldwerk: Bureau Veldkamp
Aantallen: 4030 huishoudens; 9395 personen
Respons: circa 60%
SPVA 1994 (P1430)
Veldwerkperiode: voorjaar 1994
Veldwerk: Het Amsterdamse Bureau voor Onderzoek en Statistiek (O+S)
Aantallen: 4096 huishoudens; 8304 personen
Respons: circa 60%
SPVA 1998 (P1570)
Veldwerkperiode: eerste helft 1998
Veldwerk: Bureau Veldkamp
Aantallen: 7553 huishoudens; 14.483 personen
Respons: variërend van 48% tot 61%
SPVA 2002 (P1684)
Veldwerkperiode: februari 2002 - april 2003
Veldwerk: Bureau Veldkamp
Aantallen: 4199 huishoudens; 8321 personen
Respons: variërend van 44% tot 52%
SPVN 2003
Doelpopulatie: huishoudens in Nederland van Somalische, Iraanse, Irakese, Afghaanse of Joegoslavische afkomst
Veldwerkperiode: voorjaar 2003
Verzamelmethode: computer assisted personal interviewing (CAPI)
Veldwerk: Bureau Veldkamp
Aantallen: Joegoslavische en 675 Somalische huishoudens, in totaal 3542 huishoudens en 5594 personen
Respons: variërend van 43% tot 55%
Aantal personen in het SPVA naar land van herkomstgroepering
Antillen | Turkije | Marokko | Suriname | Nederland | |
---|---|---|---|---|---|
1988 | 579 | 847 | 755 | 790 | 1035 |
1991 | 1126 | 2375 | 2316 | 1702 | 1874 |
1994 | 1005 | 1911 | 1937 | 1529 | 1955 |
1998 | 1696 | 3755 | 3112 | 3408 | 2512 |
2002 | 1327 | 2649 | 2245 | 1892 | - |