Maatschappelijk draagvlak voor transitiebeleid
In lijn met de klimaatafspraken van Parijs streeft de Nederlandse regering naar een reductie van de CO2-uitstoot met 49% in 2030.
Auteurs: Kees Vringer (PBL) en Christine Carabain.
Daarnaast lanceerde de regering in 2016 het Rijksbrede programma Nederland circulair in 2050.
Om beide ambities te kunnen realiseren is een aanzienlijke versnelling nodig van reeds ingezette veranderingen, met soms ingrijpende gevolgen voor burgers en bedrijfsleven.
Draagvlak van de samenleving voor het ingezette beleid is daarbij essentieel.
Draagvlak wordt vaak als populaire term voor legitimiteit van beleid gebruikt.
In dit onderzoek verkennen we percepties van burgers en bedrijfsleven met betrekking tot de legitimiteit van beleid op het gebied van de energietransitie en de circulaire economie.
Burgers en bedrijven steunen transitiebeleid
Op basis van een beknopte literatuurstudie is legitimiteit van beleid geoperationaliseerd.
Om zicht te krijgen op de manier waarop burgers en bedrijven aankijken tegen de legitimiteit van het Nederlandse energietransitiebeleid en het beleid om de transitie naar een circulaire economie te versnellen is een survey uitgevoerd, waarbij enkele concrete interventies werden voorgelegd. De uitkomsten suggereren dat burgers en bedrijven het over het algemeen legitiem vinden dat de overheid klimaatbeleid voert én dat zij beleid voert om een circulaire economie te bevorderen.
Steun voor de beleidsdoelen leidt echter niet automatisch tot steun voor concrete beleidsinterventies. De mate van steun die aan een interventie wordt gegeven is afhankelijk van meerdere aspecten, bijvoorbeeld in hoeverre men de interventie eerlijk en uitvoerbaar vindt en of men vertrouwen heeft in de uitvoerders van het beleid. In welke mate welk aspect een rol speelt is afhankelijk van de interventie.