In Nederland is het onderwijsaanbod inmiddels gesegregeerd, vooral in de grote steden. Een vmbo en een gymnasium zitten bijvoorbeeld vaak niet bij elkaar op dezelfde locatie. Daardoor komen leerlingen met uiteenlopende achtergronden elkaar veel minder tegen. Er bestaat een grote samenhang tussen het type onderwijs dat leerlingen volgen en hun achtergrondkenmerken, zoals wel of geen migratieachtergrond hebben. Daardoor betekent deze fysieke scheiding tegelijkertijd een vrij rigoureuze sociale scheiding tussen groepen mensen.
Dat maakt dat leren omgaan met ‘de ander’ niet plaatsvindt op school. Dat kan uiteindelijk leiden tot grotere afstand tussen groepen mensen in de samenleving. Het voortgezet onderwijs staat op deze manier ver af van zijn doel om leerlingen als burgers te leren samenleven in een complexe en diverse samenleving. In het rapport Samen of gescheiden naar school dringt het SCP daarom aan op handelen. Door de landelijke overheid, door gemeenten en door schoolbesturen.