Winstwaarschuwing voor overheid: krijgen burgers voldoende zeggenschap?
De laatste tijd is er binnen de rijksoverheid meer aandacht voor het betrekken van burgers bij beleid. Maar krijgen burgers ook echt meer zeggenschap? Vandaag verschijnt de publicatie Overdragen, delen en herstellen van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), waarin is gekeken naar de verantwoordelijkheidsverdeling tussen burgers en overheid sinds 2011. Uit die analyse van het SCP blijkt dat er de afgelopen tien jaar beperkte ruimte voor burgers was in termen van zeggenschap: zij worden weinig betrokken bij de ontwikkeling van beleid, terwijl de overheid wel veel van burgers verwacht bij de uitvoering ervan. Daarom waarschuwt het SCP: als je naast andere partijen ook burgers echt zeggenschap wil geven, betrek ze dan vanaf de start en niet uitsluitend bij de uitvoering.
In de publicatie van het SCP staat de visie van de overheid op de verdeling van verantwoordelijkheden tussen de overheid en burgers centraal. Het SCP analyseerde daarvoor troonredes en regeringsverklaringen, maar ook nota’s, rapporten en adviezen. Die analyses laten zien dat er in de afgelopen tien jaar een golfbeweging zichtbaar is in de visies van de overheid op de verantwoordelijkheidsverdeling tussen overheid en burgers. Factoren die deze golfbeweging beïnvloeden zijn ideeën en verwachtingen ten aanzien van burgers, maar ook economische en maatschappelijke ontwikkelingen en de toegenomen urgentie van grote opgaven, denk daarbij aan klimaat, vergrijzing en corona.
Er komen drie periodes naar voren: de eerste jaren (2011-2013) trok de overheid zich terug; onder invloed van de economische crisis en bezuinigingen werd gestuurd op een participatiesamenleving, waarin burgers meer verantwoordelijkheid kregen in de uitvoering. Daarna (van 2014-2019) ontstond meer ruimte en noodzaak voor overleg met maatschappelijke organisaties en marktpartijen om gezamenlijk te werken aan grote maatschappelijke opgaven via het sluiten van akkoorden. De burgerverantwoordelijkheid wordt doorgeschoven naar het lokale domein. En in de laatste jaren (2020-2022), gedurende de coronacrisis maar ook ten tijde van de toeslagenaffaire en aardbevingen in Groningen , stelde de overheid zich verantwoordelijk op om de samenleving draaiende te houden. Om het vertrouwen van burgers te herstellen wordt er ook gezocht naar een actievere rol voor burgers in beleid.
Uit de analyse blijkt dat er gelijktijdig verschillende visies op verantwoordelijkheid naast elkaar bestaan. Ook de vraagstukken van dit moment, bijvoorbeeld rondom klimaat, zorg en wonen, lijken door hun complexiteit te vragen om een combinatie van visies. Het gaat dan enerzijds om een sturende overheid die het voortouw neemt en anderzijds een netwerkende overheid die marktpartijen en maatschappelijke organisaties betrekt. Ten derde wil de overheid ook tegemoet komen aan de vraag van burgers om betrokken te worden. En dat is geen gemakkelijke opgave. Van de overheid wordt namelijk verwacht dat zij duidelijke keuzes maakt en tijdig handelt, maar daarbij ook de diverse perspectieven van marktpartijen, maatschappelijke organisaties én burgers meeneemt.
Desalniettemin heeft de overheid al verschillende initiatieven in gang gezet om burgers te betrekken. Denk aan de verkenning van een burgerforum over klimaat- en energiebeleid door EZK en de door de Tweede Kamer aangenomen motie om burgers via een burgerberaad te betrekken bij de zorg. Deze recente ontwikkelingen bieden bredere kansen voor meer en eerdere betrokkenheid van burgers bij beleidsvorming en daarmee echte zeggenschap. Belangrijk hierbij is om burgers te betrekken op een manier die bij hun leefwereld past, en ook aandacht te hebben voor burgers die niet (willen of kunnen) participeren.
Bovenstaande raakt aan de oproep van het SCP in mei dit jaar tot een vernieuwing van het ‘sociaal contract’ dat de onderlinge verwachtingen tussen burgers en overheid betreft. Het is belangrijk om duidelijkheid te creëren over ieders rol en verantwoordelijkheden, zodat burgers weten wat ze van de overheid mogen verwachten en andersom. Voor beleid dat aansluit bij de leefwereld van burgers is het belangrijk dat mensen zicht hebben op de keuzes die gemaakt worden, en hoe en waarom ze worden gemaakt.